Onze onderzoekers gebruiken verschillende methoden om antwoord te geven op je vraagstukken. We evalueren projecten en beleidsmaatregelen, voeren doelgroepanalyses uit en doen quick scans om de behoefte voor een uitgebreider onderzoek te achterhalen.
Bij alles wat we doen, staat de mens centraal. Dat betekent dat we niet alleen deskundigen aan het woord laten, maar bijvoorbeeld ook bewoners, verslaafden of andere betrokkenen opzoeken. Op die manier geeft Breuer&Intraval een compleet beeld, zodat je alle benodigde informatie hebt om belangrijke keuzes te maken. We onderzoeken niet vanachter ons bureau, maar staan met de voeten in de klei. Alleen dan komen de echt relevante uitkomsten naar boven.
In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid voert Breuer&Intraval een plan- en procesevaluatie uit van het Actieplan Veiligheid LHBTI 2019-2022. Geweld tegen LHBTI-personen staat de afgelopen jaren in toenemende mate op de politieke agenda. Naar aanleiding van een motie van Kamerleden Van den Hul en Sjoerdsma presenteerde het kabinet daarom in 2019 een actieplan om geweld tegen LHBTI’ers tegen te gaan. Aanleiding hiervoor waren de relatieve afname van veiligheidsgevoelens van LHBTI’ers en enkele heftige geweldsincidenten in de voorgaande jaren. Om de onderliggende oorzaken van geweld tegen LHBTI aan te pakken wordt in het plan niet alleen ingezet op strafrecht maar ook op het vergroten van acceptatie, het bijdragen aan bewustwording en bekendheid. Het actieplan bevat 38 acties die door verschillende betrokken partijen zijn opgepakt. In de planevaluatie analyseren we de achterliggende beleidslogica en aannames waarop het actieplan gebaseerd is. In de procesevaluatie gaan we na hoe er uitvoering is gegeven aan het plan. Vervolgens selecteren we een aantal acties als casestudies, voor een verdiepend, kwalitatief onderzoek. De resultaten van het onderzoek zullen worden gebruikt voor verder ontwikkeling van beleid ter bescherming van LHBTI-personen.
De komende jaren voeren onderzoeksbureaus Breuer&Intraval en Partoer de monitoring uit van het programma Preventie met Gezag in Leeuwarden. Binnen deze aanpak werken hulpverlenings- en veiligheidspartners samen aan een integrale aanpak gericht op het tegengaan van jeugdcriminaliteit. De acties zijn met name gericht op de wijken in Leeuwarden-Oost. De gemeente Leeuwarden wil met dit programma voorkomen dat jongeren en jongvolwassenen in Leeuwarden-Oost de (georganiseerde) criminaliteit in gaan, er niet verder in afglijden, of op een goede manier terugkeren in de samenleving als zij toch een misstap hebben begaan. Een van de voornaamste pijlers van dit programma is het leggen van een link tussen de aanpak van sociale problemen en het terugdringen van criminaliteit. Met andere woorden: het verbinden van het justitieel handhavingsinstrumentarium met de sociale wijkaanpak. De brede aanpak die Preventie met Gezag voorstaat is er een van combinaties: sociaal-preventief ingrijpen in combinatie met handhaving; inzet op de leefomgeving in kwetsbare wijken (woningen, groen) én op de inwoners (werk, scholing, vangnet); inzet op veiligheid én zorg. De onderzoekers van Breuer&Intraval en adviseurs van Partoer monitoren en evalueren de komende drie jaar dit programma. We kijken daarbij naar de situatie voorafgaand aan de invoering van preventie met gezag, naar de uitvoering van het plan, en wat het uiteindelijke resultaat is voor de jongeren en kwetsbare buurten in Leeuwarden. Op basis van deze monitoring kan eveneens tussentijds worden bijgestuurd.
De komende maanden voert het onderzoeksteam van Breuer & Intraval voor in opdracht van de gemeente Rotterdam een onderzoek uit naar de Rotterdamse drugsdealersmarkt en de profielen van drugsdealers die op deze markt actief zijn. Aanleiding voor het onderzoek is het rioolwateronderzoek dat de gemeente Rotterdam onlangs heeft laten uitvoeren. Daaruit blijkt dat iedere dag in Rotterdam zo’n twee kilo cocaïne wordt gebruikt, gemiddeld 67.800 joints worden gerookt en ongeveer 25.000 lijntjes speed worden gesnoven. In 2020 onderschepte het HARC-team in 2020 40.641 kilo cocaïne in de Rotterdamse haven. Deze cijfers geven een beeld van de omvang van de illegale drugshandel in Rotterdam. De handel bestaat uit een omvangrijk netwerk aan uithalers (die drugs uit de haven halen) en straatdealers, die drugs in de stad verspreiden. De gemeente Rotterdam heeft zichzelf als doel gesteld om de ondermijning in de stad aan te pakken. Om in te kunnen grijpen is onder andere inzicht nodig in de profielen en beweegredenen van drugsdealers. Door ook de hulpvragen van dealers in kaart te brengen kan beleid worden (door)ontwikkeld gericht op uitstap en preventie. Het onderzoeksteam van Breuer Intraval gaat voor de gemeente Rotterdam de profielen, hulpvragen en werkwijzen van Rotterdamse drugsdealers onderzoeken. De methoden van het onderzoek bestaan uit een systematische literatuur synthese, diepte-interviews met experts en ervaringsdeskundigen en een dossieranalyse. Naast een rapportage levert het onderzoek een concrete handreiking op voor professionals, waarbij de zorgvragen en mogelijke uitstapstrategieën per type dealer worden besproken. De handreiking kan worden gezien als een eerste stap bij het ontwikkelen van een verbeterde aanpak van drugsdealproblematiek. In de handreiking vertalen we de verkregen wetenschappelijke inzichten naar praktische handvaten voor uitvoerend professionals die met de doelgroep werken. Aan dit onderzoek werken onze collega’s: Ralph Mennes, Jorine de Muijnck, Lara Wouters en Erwin van der Lee.
Breuer&Intraval, RAND Europe en Trimbos-instituut gaan samen het onderzoek uitvoeren naar het ‘Experiment Gesloten Coffeeshopketen’. In de huidige situatie wordt de verkoop van cannabis vanuit coffeeshops gedoogd, maar het telen van cannabis en het leveren aan coffeeshops is verboden. Het doel van het experiment is om na te gaan of en hoe op kwaliteit gecontroleerde cannabis aan coffeeshops kan worden geleverd en wat de effecten hiervan zijn. De resultaten leveren informatie op voor het maken van een beredeneerde keuze over de toekomst van het cannabisbeleid.
De gemeente Emmen wil graag inzicht in de aard en omvang van de cliënten die gebruik maken van de voorzieningen voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Zij heeft onderzoeks- en adviesbureau Breuer&Intraval gevraagd hiervoor een monitor op te zetten.
In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid doet onderzoeks- en adviesbureau Breuer&Intraval onderzoek naar het aantal coffeeshops en het gemeentelijk coffeeshopbeleid in Nederland. Het onderzoek vindt sinds 1999 plaats. Het gaat om de (twee)jaarlijkse meting waarmee de minister van Justitie en Veiligheid zicht houdt op de ontwikkelingen inzake het aantal coffeeshops en het bijbehorende beleid.
De gemeente Helmond voert in haar lokale coffeeshopbeleid een maximumstelsel waarin slechts één coffeeshop binnen de gemeentegrenzen wordt gedoogd. De gemeenteraad heeft de burgemeester verzocht om te onderzoeken of verruiming van het maximumstelsel mogelijk en wenselijk is.
In opdracht van de gemeente Apeldoorn monitort onderzoeks- en adviesbureau Breuer&Intraval sinds 2004 jaarlijks de kenmerken en omvang van alle doelgroepen van de Maatschappelijke Opvang. In de periode 2007-2014 vormde het Regionaal Kompas Oost-Veluwe daarbij het uitgangspunt. Vanaf 2015 wordt de monitor, in aansluiting op de stelselherziening, voortgezet onder de noemer Monitor Maatschappelijk Opvang (MO) en Beschermd Wonen (BW). Er is daarbij gekozen voor een werkwijze die vergelijking met eerdere jaren mogelijk maakt. In de monitor volgen we de ontwikkelingen in de omvang en kenmerken van: risicojongeren; zwerfjongeren; feitelijk daklozen van 23 jaar en ouder; opiaatverslaafden; jonge moeders; huurders met woonproblemen; en ex-gedetineerden. Met het oog op de stelselherziening is sinds 2015 bovendien de omvang en kenmerken van de totale groep cliënten van de algemene voorzieningen MO/BW en van de maatwerkvoorzieningen MO/BW in de monitor opgenomen.
Het Amsterdamse beleid is gericht op het bevorderen van kleinschaligheid, transparantie, beheersbaarheid en spreiding van coffeeshops. Door een pilot uit te voeren en andere verplaatsingen te monitoren wil de gemeente onder meer inzicht krijgen in overlast rondom en beeldvorming over de coffeeshops. Nagegaan wordt in hoeverre er sprake is van overlast en (gevoelens van) onveiligheid voor omwonenden, waaruit deze eventuele overlast bestaat en wanneer die zich voordoet.
Op deze website lees je meer over onze werkgebieden: onderzoek en advies. Ook delen we graag onze bevindingen met je. Heb je vragen of een vraagstuk dat om antwoorden vraagt? We horen graag van je!